Behavioural Auditing: Mythes over Behavioural Audit ‘Busted’

Behavioural Auditing is een verzamelnaam van audits naar cultuur en gedrag. Wanneer ik schrijf over Behavioural Auditing, bedoel ik de specifieke invalshoek zoals Inge van der Meulen en Jan Otten die hebben ontwikkelt. Een inductieve, kwalitatieve auditmethode, met als doel het sociaalpsychologische klimaat van de organisatie te beïnvloeden. Deze aanpak is gebaseerd op Learning History, Grounded Theory en de Actietheorie van Chris Argyris. Helaas gaan er nogal wat mythes rond over Behavioural Auditing (BA), en het is hoog tijd dat we deze onjuiste veronderstellingen zichtbaar maken en ontkrachten. Dus, laten we erin duiken en deze mythes ‘busten’!

Behavioural Auditing is een verzamelnaam van audits naar cultuur en gedrag. Wanneer ik schrijf over Behavioural Auditing, bedoel ik de specifieke invalshoek zoals Inge van der Meulen en Jan Otten die hebben ontwikkelt. Een inductieve, kwalitatieve auditmethode, met als doel het sociaalpsychologische klimaat van de organisatie te beïnvloeden. Deze aanpak is gebaseerd op Learning History, Grounded Theory en de Actietheorie van Chris Argyris.
Helaas gaan er nogal wat mythes rond over Behavioural Auditing (BA), en het is hoog tijd dat we deze onjuiste veronderstellingen zichtbaar maken en ontkrachten. Dus, laten we erin duiken en deze mythes ‘busten’!

Mythe 1: Gedrag / cultuur is soft, ontastbaar

Veel mensen denken dat gedrag en cultuur te ‘soft’ zijn om te auditen. Ontastbaar, niet hard te maken. Volgens mij is dat de afgelopen 10 jaar wel weerlegd in auditland!  Gedrag en cultuur zijn juist de kern van hoe een organisatie functioneert. Al meer dan een eeuw tonen gedragswetenschappers aan dat gedrags- en cultuuraspecten zijn wel degelijk tastbaar en meetbaar met de juiste vaardigheden en methoden. Wie ooit een narratieve rapportage heeft gelezen, weet hoe concreet ‘cultuur’ kan zijn. Geen wonder dat ik geen fan ben van de term ‘soft controls’.

Mythe 2: Kost veel tijd

Ja, BA kan tijdrovend lijken, maar dat geldt voor elke grondige audit. En natuurlijk: je eerste BA zal niet de snelste zijn. Je moet jezelf een andere onderzoeksmethode en nieuwe vaardigheden aanleren. Denk maar eens terug aan je eerste ‘reguliere’ audit – dat was waarschijnlijk ook niet je beste. Het mooie van BA is dat het je helpt om diepere inzichten te krijgen die op de lange termijn tijd en geld kunnen besparen. Door gedrags- en cultuurproblemen vroegtijdig te identificeren, kun je proactief oplossingen implementeren en grotere problemen voorkomen. Bovendien: met een goede afgebakening, de nodige ervaring en een strakke tijdsplanning, is een BA prima in 200 uur te doen (excl. transcriptietijd).

Mythe 3: We hebben nog niet de juiste volwassenheid

In ‘auditland’ wordt wel eens gezegd dat BA in de laatste stap van het volwassenheidsmodel zit. Dan hoor ik auditors zeggen: “We willen éérst groeien naar niveau 4, en pas daarna doen we Behavioural Audits”. Dat vind ik jammer. Ik denk dat je vooral de onderzoeksmethode moet kiezen die past bij het vraagstuk dat je wilt onderzoeken. Wil je exploreren, complexe materie onderzoeken zoals cultuur? Dan is een inductief onderzoek met oog voor meerdere perspectieven en waarheden een aanrader.  Je doet je organisatie écht te kort door ermee te wachten, want die vraagstukken spelen nú al. Bovendien, iedereen weet dat ‘stadium 5’ niet écht wordt nagestreefd. Dan komt van uitstel al gauw afstel.

Mythe 4: Leiders en bestuurders zitten er niet op te wachten

Ik hoor soms auditors zeggen dat de leiders en bestuurders geen BA willen. In de praktijk merk ik echter dat wanneer ik de potentiële opdrachtgever uitleg wat een BA is, hoe het werkt en wat je als leider krijgt, opdrachtgevers doorgaans juist heel enthousiast zijn. ‘Dus je geeft inzichten die onderwater leven, en die ik mogelijk niet ken?’, is een veelgehoorde reactie.

Soms ligt het aan de perceptie van de directie over internal auditors. Ze krijgen vaak alleen norm-gebaseerde audits, en zijn ze niet bewust dat ze ook in staat zijn tot inductief, kwalitatief onderzoek. Ze zijn gewend aan de reguliere producten die ze van audit krijgen en weten vaak niet dat audit ook andere, complexere vraagstukken kan aanpakken. Het is aan ons om te laten zien dat we de vaardigheden en tools hebben om waardevolle inzichten te bieden die de organisatie ten goede komen.

Het is wel begrijpelijk dat leiders het spannend vinden. Logisch, want de uitkomsten zijn voor hen onvoorspelbaar. Toch zijn de meeste leiders nieuwsgierig. ‘Dit is de realiteit, en daar heb ik als directeur gewoon mee te dealen. Ik weet het liever wel dan dat het voor mij onzichtbaar blijft’.

Mythe 5: Behavioural Auditing kan alleen achteraf

Veel mensen denken dat een BA alleen nuttig is na een veranderproject, een reorganisatie of het invoeren van kernwaarden. ‘We doen het pas ná de cultuurverandering’, hoor ik dan. Maar stel je eens voor hoe krachtig het zou zijn om al voor een grote organisatieverandering  een goed beeld te hebben van de belangrijkste obstakels voor de verandering in de huidige cultuur van de organisatie? Wat als je de dominante cultuurpatronen vooraf kent, en een inschatting kunt maken wat die gaan betekenen? Je kunt een BA inzetten als pre-mortem om potentiële valkuilen te identificeren en aan te pakken voordat ze problemen veroorzaken. Zelf voerde ik eens een onderzoek uit halverwege een transformatietraject, dat leverde hele nuttige inzichten op voor het vervolg!

Mythe 6: ‘Dat kunnen we niet zelf als internal auditors’

Internal auditors hebben een unieke positie in organisaties. ‘We’ zijn opgenomen in wetgeving en governance codes, hebben direct toegang tot bestuurders, medewerkers en informatie én we mogen ons overal mee bemoeien. Met die positie komt verantwoordelijkheid. Natuurlijk, IT, financiën, processen zijn belangrijk. Maar dat is niet ‘all there is’. Ik ken genoeg internal auditors die sensitief zijn, nieuwsgierig en durven. En dat zijn in eerste instantie de ingrediënten die je nodig hebt. De rest, zoals kwalitatief interviewen en kwalitatieve data-analyse, zijn vaardigheden die je kunt trainen. Dus denk je dat je het niet kan? Dan krijg je waarschijnlijk gelijk. Maar als je start, bijvoorbeeld met een beetje training on-the-job dan blijkt dat je het wél kan! Een beetje kip-ei verhaal: ik heb de vaardigheden niet, dus ik start niet. Ik start niet, dus ontwikkel ik de vaardigheden niet. Zonde van het talent van veel internal auditors!

Ik schrijf dit omdat deze misvattingen internal auditors belemmeren om te starten met Behavioural Auditing. En dat vind ik zonde: daardoor blijft waardevol potentieel onbenut, om in te zetten om organisaties beter te maken. Complexe, mensgerichte vraagstukken zíjn er, ook in jouw organisatie! Dus, laten we deze mythes achter ons laten en de kracht van Behavioural Auditing omarmen.

Wat is mythe nummer 7 over Behavioural Auditing? Deel hem in de reacties hieronder!


Ik hoop dat deze blog je inspireert en motiveert om met Behavioural Auditing aan de slag te gaan. Ik gun alle auditteams, om deze methodiek in hun gereedschapskist te hebben. Heb je nog vragen of wil je meer weten? Laat het me weten!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *